In de wereld van uitvoerige onderzoeken naar dementie komen er steeds meer aanwijzingen dat bewegen en sporten de (symptomen van) dementie kunnen uitstellen. Het is minder zeker of lichamelijke beweging de ziekte kan voorkomen.
Bewegen om dementie uit te stellen
Hoewel er al veel onderzoek is gedaan naar dementie, blijft de ziekte met vragen omgeven. Wetenschappers weten inmiddels wel zeker dat andere lichamelijke kwalen en ziektes invloed kunnen hebben op het ontwikkelen van de hersenziekte. Diabetes, roken, hoge bloeddruk, ernstig overgewicht en ontstekingen in het lichaam kunnen ermee samenhangen. Bewegen en/of sporten kunnen deze ziektes voorkomen en indirect dus ook de ontwikkeling van dementie.
Beweging houdt niet alleen het lichaam in conditie, maar ook het brein. Als je beweegt, ontwikkelen je hersens nieuwe verbindingen en onderhouden ze de oude.
Er komen steeds meer aanwijzingen dat bewegen kan helpen dementie en symptomen daarvan te voorkomen of uit te stellen. Zogeheten cognitieve vaardigheden blijven beter behouden.
Cognitieve vaardigheden of vermogens betreffen de mate waarin je in staat bent om kennis en informatie op te nemen en te verwerken. Daarbij spelen allerlei mentale processen een rol. Denk aan het geheugen, maar ook taal, oriëntatie, focus, het vermogen om problemen op te lossen, concepten te vormen en dingen voor je te zien. Daarnaast zijn redeneren, rekenen, lezen en schrijven, plannen maken en initiatieven nemen cognitieve functies. Je gebruikt je cognitieve vaardigheden dus voortdurend.
De frontale kwab
Beweging zet ook de hersenen aan het werk. Door beweging ontwikkelt het brein nieuwe verbindingen en onderhoudt het de oude. De doorbloeding verbetert. Zelfs op eten kauwen stimuleert het brein. Dat is met name belangrijk voor mensen, vaak ouderen, die niet meer kunnen lopen en weinig bewegen.
Bewegen blijkt vooral een positieve invloed te hebben op de frontale hersenkwab. Die is als het ware het ‘huis’ van de cognitie. Hier horen belangrijke functies thuis als inhibitie (remming) en interne referentie: kunnen scheiden wat belangrijk is en wat niet en weten wie je bent en waar je bent. Deze zijn essentieel voor het geheugen.
Dementie
Er komen steeds meer aanwijzingen dat bewegen kan helpen dementie en symptomen daarvan te voorkomen of uit te stellen. Deze aanwijzingen komen zowel uit onderzoek onder groepen mensen als uit proefdieronderzoek. Bewegen heeft een positief effect op bekende risicofactoren van dementie, zoals diabetes, hoge bloeddruk, obesitas, vaataandoeningen en ontstekingen. Maar ook als het ziekteproces niet via deze bekende risicofactoren loopt, kan het risico op dementie worden beperkt. In Europa heeft naar schatting 20 procent van de gevallen van Alzheimer, de meest voorkomende vorm van dementie, te maken met te weinig lichamelijke activiteit. Dat geldt dus voor één op de vijf dementerende mensen.
Ook voor kinderen is meer bewegen goed voor de hersenen
Er zijn veel studies gedaan naar de effecten van beweging op het leren van kinderen. Matig intensief bewegen blijkt de prestaties te verbeteren. Verder krijgen kinderen die regelmatig bewegen meer zelfvertrouwen. De schoolresultaten verbeteren bij goede afwisseling van bewegen en studeren. Op het Stanislascollege in Rijswijk is het onderwijsprogramma zo ingericht, dat gebruik wordt gemaakt van de positieve invloed van meer bewegen op de hersenen.
‘Gewoon’ bewegen
Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en hoogleraar bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen, doet al jaren onderzoek naar het effect van lichaamsbeweging op het brein. In video’s legt hij uit waarom bewegen, en kauwen zo belangrijk zijn. In zijn boek ‘Laat je hersenen niet zitten’ houdt hij een vurig pleidooi om ‘gewoon’ te gaan bewegen. Topsport is niet nodig, een halfuur per dag uit de luie stoel komen wél.
Dementie
Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. De bekendste vormen van dementie zijn de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie (FTD) en Lewy body dementie. Lees meer over deze en andere vormen van dementie.
Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie in Europa. In naar schatting 20 procent van de gevallen heeft het krijgen van de ziekte (onder meer) te maken met te weinig lichaamsbeweging (Norton e.a, 2014). Onderzoek geeft aan dat bewegen preventief kan werken en de kans op het krijgen van dementie op zijn minst uitstelt of vermindert.
Bewegen helpt het verstand scherp te houden en is een oppepper voor de hersens bij mensen met een milde of beginnende vorm van dementie. Het zorgt ervoor dat hun vermogen om te leren of iets te begrijpen (cognitieve vaardigheden) minder snel achteruit gaat. In een Nederlands onderzoek (Volkers, 2012) werd gekeken naar wat regelmatig wandelen zou doen met het vermogen van dementiepatiënten om te leren of te begrijpen. De bedoeling was dat gedurende anderhalf jaar deelnemers vijf dagen in de week dertig minuten per dag zouden wandelen. In de praktijk waren er maar weinig deelnemers die zoveel wandelden, maar zelfs dan bleek deze vorm van lichaamsbeweging goed voor het vermogen om te leren en begrijpen. Daarom is het belangrijk om al in een zo vroeg mogelijk stadium van de ziekte beweging te stimuleren.
Voordelen van bewegen
Waarom bewegen voor ouderen nog zin heeft legt professor Erik Scherder, hoogleraar Klinische Neuropsychologie, uit in een college van Universiteit van Nederland. Ook als iemand al dement is, heeft bewegen zin. Het houdt mensen mobiel en zorgt ervoor dat ze lichamelijk lekkerder in hun vel zitten. Daarnaast houdt beweging de zintuigen scherp, en verbeteren slaap, gedrag en stemming erdoor. Hoe meer mensen bewegen, hoe groter de resultaten zijn. Ook voor deze groep is het advies om dertig minuten per dag matig intensief te bewegen aaneengesloten of in blokken van tien minuten.
De voordelen van regelmatig sporten en bewegen voor mensen met dementie op een rij:
Sport en beweging stimuleert sociaal contact waardoor mensen met dementie zich minder geïsoleerd voelen.
Regelmatig bewegen bevordert spierkracht en coördinatie, wat het aantal valongevallen vermindert.
Regelmatig bewegen is goed voor de stoelgang en verbetert de slaap.
Bewegen en sport dragen bij aan een dagelijks ritme en gaan verveling tegen.
Mensen met dementie gaan beter in hun vel zitten en hebben minder last van angst onrust en stemmingswisselingen.
Botontkalking en valongevallen kunnen afnemen door meer bewegen.
Twee keer minder kans op dementie
Mensen die meer bewegen blijken 1,5 tot twee maal minder vaak dementie te ontwikkelen of te hebben dan mensen die niet of weinig bewegen. Dit geldt voor verschillende soorten dementie, en voor zowel mannen als vrouwen. Ook de resultaten van proefdieronderzoek laten zien dat meer bewegen samenhangt met het uitstel of minder vaak voorkomen van dementie. Tegelijkertijd is het lastig om zekerheid te krijgen over het werkelijke beschermende effect van bewegen. Ondanks al het onderzoek, zijn nog lang niet alle vragen te beantwoorden. Gaat het om een kleinere kans om ooit een keer dement te worden? Of gaat het uitstel van dementie? Dat is allemaal niet zeker. Ook is nog niet duidelijk welke vorm, duur en intensiteit van bewegen het best kan kan helpen bij het voorkómen van dementie. De wetenschap weet ook nog niet in op welke leeftijd mensen het beste kunnen beginnen met lichaamsbeweging om het beste resultaat te krijgen
Datum ingevoerd:
30 July 2018
Voor het laatst bijgewerkt:
30 July 2018
In geval van vragen of opmerkingen aangaande
dit artikel?email
mij